Logopedie voor kinderen
Taalontwikkeling
Bij sommige kinderen verloopt de taalontwikkeling trager dan bij leeftijdsgenoten. De stoornis kan zowel de ontwikkeling van de taalvorm, de taalinhoud als het taalgebruik treffen. Logopedie is gericht op het stimuleren en remediëren van de taalvaardigheden. Dit kan onder andere woordenschatsuitbreiding en zinsbouwoefeningen omvatten.
De verwerving van klanken kan vertraagd of afwijkend verlopen waardoor een kind minder verstaanbaar zal spreken dan leeftijdsgenoten. Dit kan zich uiten in het systematisch weglaten of vervangen van klanken door andere klanken (fonologische vereenvoudigingsprocessen). Er is bijgevolg nood aan een gerichte behandeling om de verwerving van klanken te stimuleren.
Lezen, schrijven en rekenen
Soms komt het leren lezen, schrijven en/of rekenen moeizamer op gang. Logopedie is gericht op het ondersteunen en remediëren van deze leerprocessen. Indien er sprake is van een leerstoornis (dyslexie, dysorthografie of dyscalculie), worden het kind, de ouders en de leerkracht begeleid met behulp van STICORDI-maatregelen (Stimuleren, Compenseren, Remediëren, Differentiëren en Dispenseren). Indien nodig, kan er bij dyslexie of dysorthografie ondersteunende software opgestart worden (bv. Sprint).
Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen
Bij jonge kinderen is het eten en drinken niet steeds vanzelfsprekend. Er kunnen moeilijkheden ontstaan zoals weigeren van flesvoeding, bij drinken van de borst, bij de overstap naar lepelvoeding, bij kauwen en vast voedsel of bij drinken uit een beker. Ook weigeren van specifieke voedingsmiddelen of eetsituaties kunnen een moeilijkheid zijn tijdens het eetmoment. Na een observatie van de eet- en/of drinkgelegenheid, krijgen ouders aangepast advies en wordt er ondersteuning geboden waar nodig. Indien nodig wordt hiervoor samengewerkt met andere disciplines.
Spraak
Kinderen kunnen soms moeilijkheden ondervinden bij het correct articuleren van bepaalde klanken. Via een gedragsmatige aanpak en met de ouders als co-therapeuten, worden deze klanken aangeleerd en geïmplementeerd in de spontane spraak.
Bij sommige kinderen is er sprake van een nasaliteitsstoornis. Tijdens het spreken worden klanken gevormd door de lippen en de tong, maar ook door de neusholte (resonantie). De spraakklanken kunnen te veel of juist te weinig door de neus klinken. In samenspraak met de NKO-arts kan, indien nodig, logopedische therapie opgestart worden.
Afwijkend mondgedrag (OMFT)
Mondademhaling, duim-, vinger- en speenzuigen, nagelbijten, foutieve lip- en tonggewoonten in rust en tijdens het slikken en spreken zijn voorbeelden van afwijkend mondgedrag.
Dit kan zorgen voor een afwijkende tand- en/of kaakpositie. Binnen de oromyofunctionele therapie (OMFT) leert het kind een correcte lipsluiting en tongpositie in rust en een juiste tongplaatsing tijdens het slikken en het spreken. van de spiergroepen in en om de mond wordt hersteld. Dit heeft positieve gevolgen voor de stand van het gebit, de kaakgroei en de spraak. Het gaat dus om een aanpak van een of meerdere problemen en niet alleen de gevolgen van het verkeerd evenwicht. Bijgevolg zullen andere therapieën zoals orthodontie of een kaakchirurgie later een blijvend resultaat kunnen opleveren. De therapie wordt afgestemd met de behandelende tandarts en/of orthodontist.